top of page
  • Eva Voogt

De tafel van tien


Mijn vader was de kast aan het opruimen toen hij een aantal dvd's aantrof waar geen van ons de inhoud van kende. Op de eerste dvd bleken foto's van mijn reis naar Thailand te staan, de tweede waren foto's van een voetbaltoernooi bij Taba en de derde waren foto's van iets waar ik al heel lang niet meer aan had gedacht, volgens mij ook nooit eerder de foto's van had gezien, maar nooit ben vergeten.


Het was in het jaar 2004. Ik was zeven, mijn vader werkte bij het Tropenmuseum en híj vroeg míj de nieuwe tentoonstelling te openen. 'Ik?', vroeg ik verbaasd. 'Wat moet ik doen dan?'. Het enige wat hij me kon vertellen was dat de tentoonstelling over Het Kwaad ging en ik waarschijnlijk als engel verkleed zou zijn. Aarzelend ging ik akkoord. Toen de voorbereidingen voor de openingsavond werden gestart, bleek ik toch als heks verkleed te moeten. 'Krijg ik dan ook een pukkel op mijn neus?' 'Nee hoor.' 'Oké, dan is het goed'.


Om er als een volwaardige heks uit te kunnen zien, had ik natuurlijk kleding en attributen nodig. Ik vond het heerlijk om, in de avond, met mijn vader nog naar de verkleedwinkel te gaan. Met een brede glimlach sprong ik bij hem achterop. Voor de ingang van de verkleedwinkel stond de collega van mijn vader al op ons te wachten. De eigenaar deed speciaal voor ons de deuren open. Met z'n drieën haalden we alle rekken overhoop op zoek naar heks-gerelateerde artikelen. Ik paste alle heksenjurken en heksenhoeden tot we de perfecte combinatie hadden gevonden. Met twee grote zakken vol spullen liep ik de winkel weer uit.


Op de dag van de opening was het Tropenmuseum omgetoverd tot een griezelfestijn. Langzaam stroomden de bezoekers binnen. Alle lichten waren gedimd en in het midden van de hal stond het hoofd van de duivel, althans een installatie dat daarop leek. In de mond van de duivel stond ik verstopt, samen met iemand van de productie en mijn moeder. Ik was bloednerveus. Mijn moeder vroeg of ik de tafel van tien kende. Tuurlijk ken ik die, dacht ik, de tafel van tien is een makkie. '1x10 is 10. 2x10 is 20. 3x10 is 30...', begon ik. Later zei mijn moeder dat ze dat vroeg omdat ik wit wegtrok en ze bang was dat ik flauw ging vallen. De producent kreeg iets te horen via zijn headset en vroeg: 'Ben je er klaar voor Eva?'. Ik knikte. Hij stak drie vingers op en liet één voor één zijn vingers zakken om vervolgens naar mij te wijzen. Dit is mijn cue, dacht ik. Met een bezem tussen mijn benen liep ik uit de mond van de duivel. Ik voerde precies uit wat we hadden geoefend: zwiepend liep ik over de tong van de duivel naar voren, ik keek niet naar de trommelende mensen naast me of naar iemand in het publiek, kwam op het afgesproken punt tot stilstand, pakte mijn staf en stak deze de lucht in. Alle lichten in het museum sprongen tegelijkertijd aan. Er klonk applaus: de tentoonstelling was geopend. In het publiek stonden mijn broer en vader mij met open armen op te wachten. Met bibberende benen, maar een glimlach van oor tot oor, liep ik in hun armen.












bottom of page