top of page
  • Eva Voogt

Kampioenrozen


In elke hoek van de woonkamer staan pioenrozen, nog van mijn moeders verjaardag. Toen ze de pioenrozen kreeg, waren ze dicht en de knoppen knalrood. Langzaam vielen ze open en werden ze steeds lichter van kleur. Even waren ze stralend roze, tot ze langzaam hun kleur verloren en verdorden. Een korte en uitbundige bloei die we van begin tot eind mochten aanschouwen. Als het eind is gekomen, en ze verdord en verlept zijn, moet je ze ook hun rust gunnen, vind ik. Maar mijn moeder ziet dat anders: zij laat ze het liefst zo lang mogelijk staan tot er niks meer over is dan een bosje bloemstelen.


'Wat moeten we daar nou van denken...', vroeg mijn vader laatst, kijkend naar de overblijfselen van wat ooit een bos pioenrozen was, '...dat ze van helemaal verdorde en bijna dode bloemen houdt?'. Even aarzel ik, maar ik maak hem toch: 'Dat is ook waarom ze nog van jou houdt'. Verontwaardigd barst hij in lachen uit: 'Zeg!'. Het ware antwoord is natuurlijk niet dat mijn moeder van verdorde en dode pioenrozen houdt, maar dat ze de kampioen is van zo lang mogelijk genieten van dat wat haar gegeven wordt.

bottom of page