top of page
  • Eva Voogt

Lowlands, ik zal je missen


Na een urenlange reis met de trein en vervolgens een overvolle bus, sluit ik me aan in de rij. Stap voor stap gaan we vooruit. Niemand weet wanneer de volgende stap zal zijn, misschien over een minuut, misschien over een half uur. De handels van mijn tas beginnen in mijn hand te snijden, de zon staat op mijn bol en ik ben bang dat ik een zonnesteek krijg. Ik heb honger en dorst maar alles zit in mijn tas en het kost te veel energie om het te pakken. Ik maak enige vordering en app mijn vrienden dat ik bijna bij de paal ben. Een uur later ben ik nog steeds niet bij de paal. Wanneer ik eindelijk mijn ticket heb gescand, kan ik weer een beetje op adem komen maar niet voor lang want in de verte zie ik hem al: de brug. Onderweg naar de brug kijk ik zowel minachtend als jaloers naar iedereen die zich op de campings voor de brug installeert. Ik herinner mezelf eraan dat zij elke dag de avondvierdaagse moeten lopen voor ze op het festivalterrein zijn en dat ze hoe dan ook mietjes zijn. Daar is 'ie dan, de helse brug. Mijn armen zijn slap, mijn benen trillen en ik zweet van alle kanten. Ik kijk naar de torenhoge brug en het minuscule beekje dat het moet overbruggen en denk: zouden ze dit nou expres doen? Ik probeer verdere complottheorieeën uit mijn hoofd te zetten en plaats mijn voet op de eerste trede. De brug is namelijk niet gelijkvloers, nee dat zou te makkelijk zijn, het is een trap. Ik erger me dood aan alle rolkoffers en iedereen die niet doorloopt. Met het laatste beetje kracht in mijn lijf sleep ik mezelf en alle spullen de brug over. Mijn hoofd begint te tollen en het enige dat ik denk is: dit. nooit. meer.


Maar zodra ik mijn - net zo zweterige - vrienden omarm, mijn laatste haring in de grond heb geslagen en een héérlijk lauw biertje opentrek, ben ik alles weer vergeten. En het jaar erna? Sta ik er gewoon weer.

bottom of page