top of page
  • Eva Voogt

N'allez pas trop vite


Op zaterdag heeft mijn moeder Pilates, of zoals ik het graag noem: bejaardengym. Normaal gesproken in een zaaltje met zo'n tien andere vrouwen maar tegenwoordig thuis via Zoom.


Ik sta in de keuken koffie te maken. Mijn moeder ligt op de bank.

'Hoe was de bejaardengym?', vraag ik haar.

'Ik heb een beetje gesjoemeld'.

Het blijft even stil.

Hoe kun je in godsnaam met bejaardengym sjoemelen?, denk ik.

'Jessica vroeg of iedereen z'n camera uit kon doen zodat ze de lerares beter in beeld kon krijgen. Toen mijn camera uitstond, deed ik af en toe gewoon de oefening niet mee.'

Ik schiet in de lach. 'Wat dan?', vraag ik enthousiast.


Ik stel deze vraag graag, en snel, alsof ik bang ben dat ik de spreker uit zijn of haar concentratie haal als ik er meer woorden aan vuil maak. Niet iedereen begrijpt deze vraag. Sommige mensen denken: hoezo wat dan of wat wat dan, maar mijn ouders begrijpen gelijk wat ik ermee bedoel. Ik wil meer details. Alain de Botton beschrijft het, in zijn boek over Marcel Proust, als een proustiaans devies. Proust zei alleen niet: 'Wat dan?' maar N'allez pas trop vite (niet te snel gaan). Deze uitspraak van Proust werd in 1919 door Harold Nicholson, een jonge diplomaat, genoteerd na een gesprek dat hij met hem voerde. Proust vroeg hem allerlei dingen, onder andere over de werkwijze van de commissies waar Nicholson in zat. 'Nou, we komen meestal om 10.00 bijeen en...', begon Nicholson. 'Mais precisez, mon cher monsieur, n'allez pas trop vite.', onderbrak Proust hem. Een algemene beschrijving voldeed niet, hij wilde alle details, en dus begon Nicholson te vertellen over de zogenaamde hartelijk sfeer die er heerst, over het handjes schudden, de landkaarten, het geritsel van papier, de thee in het vertrek ernaast en de amandelkoekjes.


'Nou, ik veranderde weer een beetje in een puber.', vervolgt mijn moeder. 'Terwijl de rest ging planken, bleef ik gewoon zitten of keek ik verveeld op mijn mobiel. Aan het eind van de les heb ik het wel eerlijk opgebiecht en gezegd dat ik toch iets van sociale controle nodig heb omdat ik het anders niet doe. De rest moest daar erg om lachen'.

Ik gooi de opgeklopte havermelk in mijn koffie en wandel tevreden naar de bank. Niet te snel gaan, daar houd ik wel van.

bottom of page