top of page
  • Eva Voogt

Sjonny


Mijn stage bij AT5 zit er bijna op. Ik ben sinds september redacteur bij het programma de Straten van Amsterdam. Er zijn twee andere stagiaires en ieder van ons moet elke week een aflevering over een andere straat voorbereiden. Het mooiste van deze stage vond ik de Amsterdammers die ik erdoor heb ontmoet.


In de eerste week ging ik aan de slag met de Eerste van Swindenstraat en Luca met de Middenweg. Luca wilde graag nog een bewoner uit Betondorp om wat tegenwicht te bieden aan de keurige dame wonend op de Middenweg. We sprongen in de elektrische AT5-auto en reden naar Betondorp. Het was heerlijk weer. Zonder jas wandelden we door de straten die op loopafstand van de Middenweg waren. We belden bij wat mensen aan maar zonder succes. Tot we langs een tuin liepen die bomvol prullaria stond. Er hing een grote Ajax-vlag boven de deur. Zonder te aarzelen, belden we aan. De deur ging open en er kwam een enorm brede man tevoorschijn. Hij was kaal, had tatoeages en een oorbelletje in zijn linkeroor. ‘Sjonny’, was de naam. Hij praatte plat Amsterdams, maar zo plat dat we hem soms niet eens konden verstaan. Luca vertelde over ons programma en vroeg wat Johnny van de buurt vond. Johnny vertelde dat hij anderhalf jaar in de bak had gezeten en sindsdien niet veel mensen meer sprak. 'Ze willen ineens niet meer met me praten terwijl ik ze vroeger altijd geholpen heb'. Over waarom hij in de bak had gezeten, zei hij alleen, dat hij gepakt werd zonder rijbewijs. Ik complimenteerde hem met zijn voortuin. Eerst had hij nog mooiere spullen in zijn voortuin staan, zei hij, maar die zijn gestolen. 'Als ze aanbellen en het me vragen mogen ze het zo meenemen, maar het stiekem pakken kunnen ze beter niet doen anders pak ik m'n 81', zei Johnny lachend. Luca en ik lachten mee. ‘Weet je wat dat is?’, vroeg hij aan Luca. Aarzelend schudde Luca z'n hoofd. 'Ach, laat maar, kom binnen'. De woonkamer stond even vol met prullaria als de voortuin. Het rook er een beetje muf. De televisie stond aan. Er hing een foto van Johnny met een vrouw en een kind in Volendam. Met pijn in zijn hart vertelde hij dat het zijn ex en kind was die hij niet veel meer zag. In de slaapkamer stond op het nachtkastje een leeuw van één meter groot. 'Hij was van mijn tante, die had het downsyndroom en was niet helemaal honderd. Mijn moeder had hem overgekocht en wilde hem wegdoen maar daar heb ik een stokje voor gestoken'. Hij raapte iets van de vloer en legde het netjes tussen de twee hoofdkussens in. Het was een knuffel. Vanuit zijn bed keek hij uit op een foto van André Hazes: ‘Dat is m’n gap Hazes’, zei hij tevreden. De achtertuin had hij omgetoverd tot een sportschool. Er stonden verroeste gewichten en boksapparatuur. Er lagen ook wat lege halve liters door de tuin verspreid. 'Ik drink nu niet meer zoveel want ik ben een suikerpatiënt'. Johnny pakte een halter van mijn gewicht op en begon een paar reps te doen. Ik keek met verbazing naar de grootte van zijn armen. ‘Volgens mij weten we genoeg', zei Luca. 'Bedankt Sjonny. We houden nog wel even contact over de opnames’. ‘Ja dat is goed jongen. Bedankt voor het langskomen hè. We spreken elkaar’, antwoordde Johnny. Ineens zag ik dat het hem ontroerde. 'Dag jongens!', met een bibberende stem nam hij afscheid van ons. We liepen via zijn voortuintje weer naar de Middenweg en zwaaiden hem nog na. Glunderend keek Luca mij aan. ‘Dit is hem hè?’ ‘Dit is hem’, antwoordde ik. Op de terugweg naar het AT5-kantoor staarde ik uit over de A10. Ik dacht aan Johnny en het gesprek dat we met hem hadden gehad. 'Volgens mij is een 81 een geweer'.

bottom of page