top of page
  • Eva Voogt

Waar we ooit de hele stad tot onze beschikking hadden


Door de coronacrisis verplaatsen we ons minder en minder. Doordat we thuis moeten werken is er niet meer zoiets als een thuis (first place) en een werkplaats (second place), maar bevindt het zich op één plek. Ook de third place is weggevallen. Third place is een benaming, beschreven door socioloog Ray Oldenburg, voor een sociale omgeving die noch publiek noch privaat is. Voorbeelden van third places zijn musea, bibliotheken en cafés. Volgens Oldenburg zijn deze plekken cruciaal voor een goed functionerende stad.

“What suburbia cries for are the means for people to gather easily, inexpensively, regularly, and pleasurably -- a 'place on the corner,' real life alternatives to television, easy escapes from the cabin fever of marriage and family life that do not necessitate getting into an automobile."

(Oldenburg, 1989)

We zijn van een first, second en third place naar alleen een first place gegaan. Waar we ooit een hele stad tot onze beschikking hadden voor onze zingeving en vervulling van onze verlangens en behoeften, hebben we nu alleen ons eigen huis. Dat is een te grote druk op onze thuissituatie en een te grote last op onze eigen schouders. Ik hoop met heel mijn hart dat meer mensen het belang van third places zullen inzien en dat Paradiso, Skatecafé, FOAM, Café Krom, Zwart op Wit en al die andere prachtige plekken blijven bestaan.


PS. Zondag verscheen er een mooie column van Ingmar Heytze in de Volkskrant. Ingmar beschrijft hoe een café in Utrecht voor hem als een huiskamer diende: een thuis waar je het niet bent.

bottom of page